donderdag 18 januari 2024

‘Een standbeeld moet laten zien wat het mbo waard is’

Landelijk Ambassadeur mbo Quillian Blom en verschillende (andere) mbo-ambassadeurs reisden af naar Den Haag voor een gesprek met de minister én een bezoek aan het Kunstmuseum om inspiratie op te doen voor het mbo-standbeeld voor vakmanschap. Ook Ramon van der Sluis, ambassadeur van het Koning Willem I College was erbij.

Leestijd: 4 minuten

Of ze meewilden naar minister Dijkgraaf en wilden brainstormen over het standbeeld? De oproep van Landelijk Ambassadeur mbo Quillian aan zijn mede-mbo-ambassadeurs was niet aan dovemansoren gericht. Binnen no time vormde zich een ‘club van 13’, vol spirit om van het ‘dagje Den Haag’ een succes te maken. Een dag die begon in de hoge toren van het ministerie van OCW. De minister had ‘maar’ een uur. Wat weinig leek, maar genoeg was voor het bespreken van voor mbo-studenten belangrijke thema’s, zoals de stagevergoeding, mentale gezondheid van jongeren en het kiezen voor juist een mbo-opleiding.

Brainstormsessie
Volgende halte: het Haagse Kunstmuseum waar Quillian kort zijn standbeeldplannen uiteenzette om zich vervolgens met de andere mbo-ambassadeurs vol vuur te storten op een brainstormsessie waar creatief conceptontwikkelaar Ivar van der Veen en Benjamin van der Waart, docent op het Summa College, online aansloten. “Quillian en Ivar hadden drie vragen geformuleerd, als basis voor de sessie”, vertelt Ramon van der Sluis, ambassadeur van het Koning Willem I College. “Met ons groepje zijn we gaan nadenken over hoe we met het beeld de mbo’ers vertegenwoordigen, welke boodschap het beeld moet uitdragen en hoe het beeld er uit zou moeten zien.”

Iedereen betrekken
“We moeten in bredere zin nadenken over het mbo”, vervolgt Ramon zijn verhaal. “Het mbo is een 'wereld' waarin van alles mogelijk is. Je kunt er bereiken wat je wilt als je ernaar streeft. Het is misschien belangrijk om te kijken naar wat het standbeeld voor het mbo kan betekenen en wat het moet vertellen. Maak je een standbeeld dat alleen is gericht op vakmanschap, dan plaats je het mbo misschien in een 'hokje'. Je moet laten zien wat het mbo waard is. Een standbeeld voor vakmanschap kan wel, dat zeker. Maar dan moet je er iedereen bij betrekken: de denkers, de doeners, de innovatieve studenten, de studenten met een bijzonder verhaal. Zodat je een standbeeld krijgt dat het héle mbo in zijn kracht zet.”

Hand in hand
Over de boodschap die het beeld moet uitdragen en hoe het beeld er vervolgens moet uitzien, heeft Ramon ook nagedacht. “Bij een standbeeld voor het mbo denk ik aan termen als verbondenheid, kracht, passievol, ambitie, streven en dromen. Op het mbo kun je alles doen om van je visie werkelijkheid te maken. Het standbeeld kan deze kernwoorden vertegenwoordigen en versterken, waardoor het voor iedereen duidelijk wordt wat het mbo waard is. Qua vorm van het standbeeld zou ik rekening houden met de verschillende mbo-opleidingen en dus geen object kiezen dat is gericht op maar één of een paar opleidingen. Hoe? Misschien door een niet-bestaand object te maken. Of via een bestaande vorm, waarin de kernwaarden zijn vertegenwoordigd. Dan kun je denken aan mensen die hand in hand staan. Of aan iemand die zijn armen wijd uitspreidt, als teken dat hij of zij open staat voor nieuwe uitdagingen.”

Supermooi ontwerp
Dat ook de aanwezige mbo-ambassadeurs open staan voor uitdagingen, bleek na afloop van de brainstormsessie waar ze hun ideeën pitchten. Als kers op de taart volgde nog een rondleiding door het museum om extra inspiratie en ideeën op te halen voor het standbeeld dat stap voor stap steeds meer inhoud krijgt, als basis voor een supermooi ontwerp. Wordt vervolgd!


‘Een standbeeld moet laten zien wat het mbo waard is’